Als het ministerie van Infrastructuur en Milieu nu het recht om op de hogesnelheidslijn te rijden van de NS af zou pakken, zou binnen een jaar het vervoer op die lijn stil kunnen vallen. Daarbij zou niet meer zeker zijn of de Thalys nog tien keer per dag blijft rijden. Bovendien zou het een schadepost voor het ministerie opleveren van maximaal 1,4 miljard euro.
Dat schrijft staatssecretaris Wilma Mansveld dinsdag in antwoord op Kamervragen over het debacle met de Fyra. Momenteel heeft de NS de concessie – het exclusieve recht om op het spoor te rijden – voor de hogesnelheidslijn. In de Tweede Kamer gingen stemmen op dat recht af te pakken, zodat andere vervoerders het werk over kunnen nemen.
Dat is vooralsnog niet aan de orde, stelt Mansveld, omdat de NS en de Belgische NMBS tot oktober de tijd hebben gekregen om hun afspraken alsnog na te komen. “Intrekking van de concessie is alleen zinvol als onderdeel van het aanstellen van een nieuwe concessiehouder”, meent de staatssecretaris.
Boetes voor NS en NMBS?
Een onderzoek van de gemeente Den Haag om een andere vervoerder internationaal te laten rijden, zal vooralsnog door NS en NMBS bekeken moeten worden. Zij hebben tenslotte de concessie, stelt Mansveld.
Boetes voor de NS en NMBS zijn ook nog niet in beeld. Mansveld kan alleen een boete opleggen als de NS de afspraken niet nakomt als het wel materieel heeft. Door het uitvallen van de Fyra is dat nu niet zo. Als er voor oktober geen alternatief is geregeld voor de reiziger, zal zo’n boete opnieuw worden overwogen, schrijft Mansveld.
NS wil af van Fyra-trein
De staatssecretaris kon verder op veel vragen van de Tweede Kamer nog geen antwoord geven, omdat veel informatie juridisch gevoelig ligt.
NS wil af van de Fyra V250, die door de Italiaanse producent AnsaldoBreda is gemaakt, maar dat bedrijf wil daar niet van horen. Ook zijn veel gegevens waar de Kamer om vraagt bedrijfsgevoelig.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl